zaterdag 5 maart 2016



Man naast mij op het terras zit wat in
zichzelf te mompelen.
Ik schenk er geen aandacht aan, geniet
van mijn consumptie en van al wat aan
het oog voorbij trekt.
Sorry mag ik er even langs?
Ik kijk naar de man die er langs wilt,
trek mij benen wat in, hij gaat er langs.
He, Wim dat is lange tijd geleden, hoe
gaat het met je.
Gezien mijn naam geen Wim is en ik de
man ook nooit eerder heb gezien ga ik ervan
uit dat de mompelpaar naast mij Wim is.
De nieuwe steekt zijn hand uit naar Wim,
maar Wim maakt geen aanstalten die
uitgestoken hand te accepteren.
De man gaat desondanks toch naast Wim
(mijn tijdelijke "buurman") zitten.
Biertje Wim?
Nee.
Wim, jonge, wat is er met je aan de hand.?
Je kijkt zo moedeloos, helemaal niets voor jou
Hoe is het thuis?
Oh, ik red me wel.
Hoe bedoel je Wim, je vrouw is toch niet ziek,
of zo?
Was het maar waar, zei Wim.
Ze is weg.
Shit, shit, das klote man.
Ja, dat kan je wel zeggen.
Ze heeft me bestolen.
Wim jongen, wat vervelend nou.
Wim als je wat krap zit wil ik je best helpen.
Krap zitten, hoe bedoel je?
Nou gewoon, als dat takkewijf jou heeft bestolen
zal er wel niet veel meer in kas zijn.
Wim kijkt de man aan, staat op, buigt zich naar de
man, en zegt, stommeling, kan je dan alleen maar
aan geld denken.
Klootzakken!

Ik trek snel mijn benen weer in.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten