Verborgen smart is halve smart (1900)
Ik zal niet droevig klagen,
Dat niemand mij troost in mijn leed;
Juist daarom kan ik het dragen,
Omdat geen mens het weet.
Geen troost, geen mededogen,
Maakt ooit dit hart gezond,
Want zagen nieuwsgierige ogen
De grote, open wond,
En peilden nieuwsgierige handen
Hoe diep die wonden zijn,
Hoe smartelijk zouden ze branden
Met haast onduldbare pijn!
Want iedere blik zou schrijnen,
Wat toch reeds zo moeilijk geneest.
Alleen door rustig te schijnen
Ben ik ook rustig geweest.
Verzen(1900)
Dat niemand mij troost in mijn leed;
Juist daarom kan ik het dragen,
Omdat geen mens het weet.
Geen troost, geen mededogen,
Maakt ooit dit hart gezond,
Want zagen nieuwsgierige ogen
De grote, open wond,
En peilden nieuwsgierige handen
Hoe diep die wonden zijn,
Hoe smartelijk zouden ze branden
Met haast onduldbare pijn!
Want iedere blik zou schrijnen,
Wat toch reeds zo moeilijk geneest.
Alleen door rustig te schijnen
Ben ik ook rustig geweest.
Verzen(1900)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten