donderdag 26 juni 2014



Nooit waren zoveel mensen om mij heen
Ze stonden te douwen en te trekken 
Verwrongen gezichten, gekke bekken
Ik voelde mij door hen allen belaagd
Het was alsof ik doormidden werd gezaagd
De druk op mijn lichaam was onhoudbaar
De gezichten werden onaanschouwbaar
Ik zocht een weg om te kunnen vluchten
Ik hoorde ze steunen en hoorde ze zuchten
Er zou voor mij geen genade zijn
Ze zouden mij martelen en doen pijn
Ik dacht dit is een van mijn nare dromen
Een droom waar ik niet uit kan komen
Een hand die aan mijn hoofd voelde
Mijn angst die niet op redelijkheid stoelde
Langzaam probeerde ik tot mijzelf te komen
Ik moest ophouden met angst en dromen
Ik kon niet nog  meer van dit verdragen
Heel langzaam begon het mij te dagen
Met half open ogen zag ik een gezicht
Een gezicht wat vriendelijk keek en lachte
Geen gezicht wat kwaad wilde of  mij verachte 
Ik voelde nog steeds een hand aan mijn hoofd
Half was ik wakker en nog half verdoofd
Een zachte stem die was met mijn lot begaan
Een stem die zei het is tijd om op te staan






Geen opmerkingen:

Een reactie posten