Eens zag ik een ooievaar
Was jong, en zag nog geen gevaar
Jaren later zag ik weer een ooievaar
Was ouder en maakte een obsceen gebaar
Met mijn middelvinger omhoog zag ik tot
mijn blijdschap dat hij naar de buren vloog
Dat hij ook wel eens naast de buren naar
binnen vloog moge blijken uit mijn betoog
Geen opmerkingen:
Een reactie posten