Lang geleden ging ik eens naar een zogenaamde rommelmarkt
U weet we een
dergelijke bijeenkomst waar sjacheraars en pseudo oplichters
elkaar ontmoeten
en de meest sterke verhalen vertellen hoe ze iemand
z'n geld afhandig
hebben gemaakt.
Daar ik op zolder
genoeg "rommel" had liggen om een deelname aan
zo'n bijeenkomst
te rechtvaardigen, besloot ik om mijzelf aan te melden.
Met de auto
afgeladen vol met overtollig en in de weg staande
"kunstschatten" toog ik naar het
"Paleis des leugens"
Ik had amper mijn
eerste doos op de voor mij bestemde kraam gelegd
of een paar te
snelle vingers probeerde al om de doos te openen.
Nu ben ik van
nature een edelmoedig en verdraagzaam mens, echter als
iemand het lef
heeft om ongevraagd mijn eigendommen te betasten en
zelfs in de hand
te nemen, spring bij mij het stoplicht op rood.
In duidelijk
Nederlands heb ik de persoon in kwestie op een zeer nette en
en begrijpbare manier
duidelijk gemaakt dat hij met zijn leven speelde.
De persoon keek
mij aan alsof ik uit Burgers dierenpark kwam, wilde nog
wat zeggen maar
besloot door de vlammen die uit mij ogen kwamen er
maar vanaf te
zien.
Bovenstaande is
zoals ik het heb ervaren en me nog kan herinneren.
Mijn
"pronkstuk" van die dag lag zorgvuldig ten toon gesteld als zijnde
het mooiste wat er
die dag te kopen was in het "Paleis des Leugens"
Een zo op het oog te zien nette meneer (Maneer) stopte bij mijn uitstalling,
keek zorgvuldig
rond, maar ik had als deskundige verkoper van alles wat
jaren op zolder
had gelegen al meteen gezien waar hij naar keek toen hij
kwam aanlopen.
Hij rommelde wat
in het uitgestalde, deed net alsof hij weer door zou lopen
maar pakte toch
datgene waar ik hem als inkoper voor had ingeschat.
Hij bekeek het
zorgvuldig, draaide en draaide het object, keek mij eens aan,
en zei, leuk dingetje, wel aardig, wat mag zoiets kosten "koopman"
Dat
"koopman"schoot mij in het verkeerde keelgat.
Prompt vroeg ik
het dubbele van wat ik in gedachten had.
De
"Maneer"veranderde op slag in een persoon waar reanimatie nog
weinig
kans van slagen
had.
Ik keek
belangstellend toe, hoe hij met slikken zijn ademhaling in het juiste
ritme probeerde te
krijgen.
Hij legde echter het door hem begeerde object niet terug maar begon het zeer
zorgvuldig te bestuderen, hij
haalde een kleine loep tevoorschijn en begon
zorgvuldig wederom het object te verkennen.
Ik wachtte
geduldig af van wat ik wist wat zou komen.
Hij vond wat!,
niet echt zichtbaar, maar de loep scheen het uit te wijzen.
Hij keek mij aan
en wees met zijn vinger naar iets wat voor mij niet zichtbaar was.
Beschadigt, zei
hij, niet veel maar toch, kan het voor iets minder?
Ik keek hem recht
in de ogen, en zei, Geachte Maneer, ik kwam nu al weer heel
wat jaren geleden
een prachtige mooie vrouw tegen, ik werd verliefd en trouwde
met haar.
De man keek mij met niet begrijpende ogen aan.
Ondanks dat zij
een hazenlip had, vervolgde ik.
Met een wat gebogen hoofd keek de man naar mij, en zei, ik neem het voor de prijs
die u vraagt.
Ik knikte, ik ben een goed mens...